Alle werknemers in Nederland waren verplicht verzekerd. Voor zelfstandigen was dit vrijwillig.
Het begin van sociale zekerheid in Nederland
Tot de sociale zekerheidsregelingen in Nederland worden gerekend de volksverzekeringen, sociale voorzieningen en werknemersverzekeringen. Ze worden vaak tot de belastingen gerekend en zijn dat deels ook. Maar ze zijn in ieder geval allemaal sterk verweven met de belastingen. Je moet bij de sociale zekerheidsregelingen denken aan AOW, pensioen, arbeidsongeschiktheid, kinderbijslag, ziektewet, werkloosheidsuitkeringen, enzovoorts.
In 1919 kwam de Invaliditeits- en Ouderdomswet tot stand. Deze wet verzekerde tegen de ongeschiktheid tot werken, en gaf recht op de volgende uitkeringen:
- Invaliditeitsrente
- Ouderdomsrente bij 70 jaar
- Weduwenrente
- Wezenrente
- Kosten geneeskundige behandeling
Alle werknemers in Nederland waren verplicht verzekerd. Voor zelfstandigen was dit vrijwillig. Er is door de arbeidersbewegingen hard voor gevochten.

Wervingsschildje van de Bond voor Staatspensionering

Propaganda sluitzegel voor staatspensioen

Reclamekaart voor vrijwillige ouderdomsverzekering (VOV)
Het systeem was dat werkgevers aan de werknemers rentezegels verstrekten. Hierbij een tweetal voorbeelden. Er waren dag-, week-, maand- en kwartaalzegels


Het was best een ingewikkeld systeem. Vandaar dat er uitgebreide instructies voor werden uitgevaardigd.

Zegels moesten geplakt worden op rentekaarten. Wanneer die vol waren moesten die worden ingeleverd bij de dichtstbijzijnde vestiging van de Raad van Arbeid. Hierbij een voorbeeld van een rentekaart.

Voorzijde rentekaart

Achterzijde rentekaart
De Raad van Arbeid schreef het rentetegoed in een renteboekje. Wanneer het tot enige uitkering kwam werd dat genoteerd in een betalingsboekje.

Voorbeeld betalingsboekje ouderdomspensioen
En dat ging zo van 1919 tot 1967, toen de Invaliditeitswet werd ingetrokken. Inmiddels waren er andere sociale verzekeringswetten van toepassing geworden die de Invaliditeitswet vervingen, zoals de AOW in 1957. Als mensen nog rechten hadden uit hoofde van de rentezegels, konden die worden afgekocht tot 1991.
