Unieke objecten

Het Belasting & Douane Museum is op 20 september 2022 toegetreden tot het netwerk van de Canon van Nederland. In dit netwerk werken musea en erfgoedinstellingen samen om de Nederlandse geschiedenis voor het voetlicht te brengen. Drie stukken uit de collectie en vaste presentatie zijn opgenomen als sleutelstuk.  

De geselecteerde sleutelstukken – het koffertje van Lieftinck, het beeld van een Indonesische belastingambtenaar en de schapenzak/nachtmantel – vertellen een verhaal bij de vensters De Grondwet, Max Havelaar en Europa. Meer info te vinden op de onze pagina bij de Canon van Nederland

Koffertje van Lieftinck

Het allereerste Prinsjesdagkoffertje

Jaarlijks gaat de minister van Financiën op Prinsjesdag met een speciaal koffertje naar de Tweede Kamer om de rijksbegroting aan te bieden. Het opstellen van een jaarlijkse rijksbegroting is in de Grondwet van 1848 vastgelegd. Een kleine eeuw later, in 1946, presenteert minister Lieftinck de eerste naoorlogse begroting in stijl, in dit eerste Prinsjesdag-koffertje. Een traditie is geboren. Lieftinck laat zijn ambtenaren dit eenvoudige bruine koffertje kopen en laat in goud de tekst ‘DERDE DINSDAG IN SEPTEMBER’ op het koffertje aanbrengen. Met dit originele eerste koffertje zijn vanaf 1946 vele rijksbegrotingen gepresenteerd. Tot in 1964 het huidige koffertje op Prinsjesdag in gebruik wordt genomen. De rijksbegroting bestaat uit begrotingsvoorstellen van alle ministeries die door de Tweede Kamer en Eerste Kamer moeten worden goedgekeurd.

Beeld Indonesische belastingambtenaar

Cultuurstelsel en Koloniale overheersing

Het cultuurstelsel in Nederlands-Indië, tussen 1830 en 1870, brengt veel belastinggeld op voor de Nederlandse kolonisator. Het cultuurstelsel verplicht Indonesiërs om een vijfde van hun grond te bebouwen voor de Nederlandse overheid. Wie geen grond bezit, betaalt de belasting met 66 dagen gedwongen arbeid per jaar. Zonder lokale ambtenaren lukt het de Nederlanders niet om dit voor elkaar te krijgen in de enorme archipel van het huidige Indonesië. Het houten beeld laat een Indische ambtenaar zien met een sarong, Indonesisch hoofddeksel en slippers, maar ook een colbert, das, horlogeketting en aktentas. De kleding toont de tussenpositie van deze ambtenaren. Deze ambtenaren krijgen westerse scholing en meer aanzien in de koloniale standenmaatschappij.

Nachtmantel Douanier

Botersmokkel

Na de Tweede Wereldoorlog wordt de grens tussen Nederland en België streng in de gaten gehouden. ’s Nachts liggen de douaniers in het veld in schapenzakken bedekt met donkere mantels. Dit om smokkelaars te betrappen die kilo’s boter de grens overbrengen. In België brengt een kilo roomboter ruim drie gulden meer op dan in Nederland. Eind jaren vijftig verdienen criminelen grof geld met deze smokkel in het vette goud. De staatskas loopt inkomsten mis. De douane treedt daarom harder op en er ontstaat een gewapende ‘boteroorlog’. Beide partijen zetten onder andere spijkerbanden en kraaienpoten in om de achtervolging moeilijk te maken. Als in 1963 de Europese Economische Gemeenschap een gezamenlijk landbouwbeleid opstelt, verdwijnt het prijsverschil én daarmee het verdienmodel voor de smokkelaars.