Tweede Kamerlid Corry Tendeloo, een groot voorvechtster van vrouwenrechten, heeft een
grote rol gehad bij de afschaffing van het ontslag voor getrouwde vrouwen in
overheidsdienst en de afschaffing van de handelingsonbekwaamheid voor de wet van de
gehuwde vrouw. Een van haar acties was om onder pseudoniem te solliciteren als student
aan de Rijksbelastingacademie. Zij werd bot afgewezen.

Prof. Dr. Johannes van der Poel, de oprichter- directeur van de Rijksbelastingacademie is
tegen vrouwen in hogere functies bij de Belastingdienst. Ook na afschaffing van de wet, die
ambtenaressen tot ontslag dwingt, in 1957, blijft hij zich verzetten. Het duurt nog tot 1963
voordat de eerste vrouw, Marijke Dittman (geb. 1943), tot de academie wordt toegelaten. Na
haar eindexamen hbs b op het Amsterdams Lyceum te hebben behaald, neemt ze deel aan
de toelatingstesten voor de Rijksbelastingacademie. Meer meisjes hebben zich aangemeld,
maar de dan 20 jaar oude Marijke is de enige die door de selectie komt.
Ze heeft geen idee wat haar boven het hoofd hangt en welke politieke verwikkelingen aan
haar komst vooraf zijn gegaan. Zij kiest uit een aantal brochures de belastingacademie. Ze
vindt het werk echt iets voor een vrouw: je hebt er je hersens bij nodig, het is fysiek niet
zwaar, het is sociaal en creatief. Een ander voordeel is dat de opleiding aan de Academie
door het Rijk wordt betaald en dat zij haar ouders niet met de kosten voor een universitaire
opleiding hoeft te belasten.
Marijke zegt zelf dat zij zich achteraf realiseert dat zij waarschijnlijk een ‘Excuustruus’ is
geweest. De docenten zijn niet onaardig, maar ook niet uitgesproken toeschietelijk. De
medestudenten zijn op een enkeling na onvriendelijk. Op de eerste studiedag krijgt Marijke
wel een bosje bloemen namens het studentencorps. Op dat moment komt zij erachter dat de
jongens samen een groentijd hebben doorlopen en elkaar allemaal al kennen. In de
koffiepauze drommen de jongens naar de sociëteit (nu het Museumatelier op de derde
verdieping). Marijke wordt actief buitengesloten en gaat maar weer in het lokaal zitten. Eén
ouderejaars brengt haar toch een kopje koffie: ze kan zich niet meer herinneren of hij dat
iedere dag deed, maar in ieder geval wel op de eerste dag.
De nog jonge Marijke Dittmann gaat niet graag naar college vanwege de vijandige sfeer. Bij
een van de vele bezoeken van Van der Poel, die ook na zijn pensionering zeer betrokken
blijft, zegt hij: ‘Juffrouw, als ik nog de leiding had, was u niet gekomen, want we hebben
geen damestoiletten.’ Gelukkig gaan de tentamens haar goed af en kan zij de colleges wel
missen. Zij houdt het meest van het vak Oud Vaderlands Recht, dat door Van Hattem wordt
gegeven. Die colleges mist zij niet.
Alle eerstejaars krijgen een ouderejaars mentor toegewezen, behalve Marijke. Als zij
hierover haar beklag doet bij de adjunct-directeur, De Swart, besluit hij ter plekke dat hij haar
mentor zal zijn. Hij regelt dat zij lid mag worden bij de Rotterdamse Vrouwelijke Studenten
Vereniging op voorwaarde dat ze zich voor één vak inschrijft aan de Hogeschool. Bij de
RVSV en in haar studentenhuis aan de Heemraadsingel beleeft zij alsnog een fijne
studententijd.
Mejuffrouw Dittman staat niet in de ledenlijst, maar zij krijgt wel uitnodigingen voor de
feesten en zij ontvangt de almanak, waar zij ook in voorkomt. Onder VARIA staat in de
almanak van 1964: ‘Mej. M. D.ttm.nn: THE WOMAN WHO DID!’. Daarnaast staat er een
uitspraak van haar: ’Van Kunnen kreeg ik de hik’. De uitleg blijkt simpel: Kunnen is de naam
van de docent boekhouden en Marijke heeft eens tijdens zijn les letterlijk de hik gekregen.
Nadat iedereen van de lichting van 1963 surnumerair is geworden, wordt de
Rijksbelastingacademie in 1966 opgeheven en gaat de studie verder aan de Universiteit
Leiden. Er is één docent die geen vrouwen in het vak wil hebben en hij saboteert Marijke
wanneer zij bij hem tentamen moet afleggen. Hij noemt haar ‘kindje’ en vergelijkt haar met
zijn kleindochter. Sinds het interview met mejuffrouw Engels in 1948 blijkt er nog steeds
bitter weinig veranderd.


Marijke laat zich niet meer koeioneren, zij geeft de brui aan de studie, verlaat de
Belastingdienst en trouwt. Binnen korte tijd echter, ontdekt ze dat ze zonder kwalificaties niet
echt verder komt. Ze kan wel een baantje krijgen, maar vindt het werk niet echt interessant.
Ze besluit toch weer naar de universiteit te gaan en maakt haar studie af aan de Vrije
Universiteit. Daar maakt ze mee hoe ontspannen en kameraadschappelijk studeren ook kan
zijn.
Mevrouw Mr M. Stolk-Dittmann rolt de belastingadviespraktijk in en schrijft inhoudelijke
stukken in juridische tijdschriften. In het bedrijfsleven maakt het niet uit dat zij vrouw is, het
enige dat boeit, is dat zij haar werk goed doet. Zij werkt altijd full time, maar neemt zich al
jong voor om vroeg te stoppen. Zij is in 1983 adjunct stafdirecteur van Elsevier-NDU,
verantwoordelijk voor de fiscale zaken. Op 1 september 1983 wordt zij benoemd tot
directeur van Elsevier S.A. te Neuchâtel, Zwitserland. Daar heeft zij de dagelijkse leiding van
Elsevier S.A. terwijl zij de internationale fiscale zaken van het Elsevier-NDU concern blijft
behartigen.
Trouw aan haar voornemen stopt Marijke, inmiddels mevrouw De Jong-Dittmann, op haar
48 e en richt zich nu op fotografie en andere mooie dingen die het leven haar en haar tweede
man heeft gebracht.
